Heb je ooit het spel Dokter Bibber gespeeld? Je moet de organen in de getekende omtrek in het midden laten glijden om te zien of ze goed getransplanteerd kunnen worden. Klaar? 😉
Orgaan- en weefseldonatie kan echt levens redden. Levensnoodzakelijke organen zoals longen, hart, nieren, lever, alvleesklier en darmen kunnen gedoneerd worden, om iemand een tweede kans te geven om een nieuw leven te hebben. Waarom? Omdat één van hun organen niet meer functioneert.
Een kwestie van goede timing
De procedure van donatie en transplantatie moet perfect gecoördineerd worden. Nadat de organen zijn verwijderd, worden ze geperfundeerd met een koude vloeistof om ze levensvatbaar te houden. Maar let op, elk orgaan heeft een beperkte ‘houdbaarheid’.
Niet alleen organen
Buiten de organen kunnen we ook weefsels zoals huid, hoornvlies, kraakbeen, pezen, hartkleppen en zelfs slagaders gedoneerd worden. Deze weefseltransplantaties kunnen de kwaliteit en het leven voor anderen verbeteren. Bijvoorbeeld voor iemand die niet meer goed kan zien, die verbrand is of hartproblemen heeft kan hierbij geholpen worden.
Wetenschap vooruit helpen
Je kan ook weefsels, genen en cellen afstaan voor nuttig wetenschappelijk onderzoek. Zo kunnen we in de toekomst betere behandelingen ontwikkelen voor ziekten. Denk maar aan ziekten zoals Alzheimer of bepaalde vormen van kanker.
Je kan ook levende donatie doen
Je kan ook een deel van een orgaan doneren, zoals een lever, of een volledig orgaan, zoals een nier, of stamcellen doneren wanneer je nog in goede gezondheid bent. Bij bloedkanker bijvoorbeeld is het beenmerg aangetast en kan een beenmerg- of stamceltransplantatie plaatsvinden.
Omdat het essentieel is om voor de levende donor te zorgen, krijgt een levende donor die een orgaan heeft gedoneerd 10 jaar gratis zorg.